Bij traditionele paardentraining wordt het als beloning gezien om te stoppen met de training, de druk valt weg en het paard mag rust hebben. Maar als je met positieve bekrachtiging werkt, weet je dat je paard het zo leuk vind om met je samen te werken, dat hij vaak net zo lief verder zou willen trainen. Een mooi compliment voor jou, maar hoe rond je je training toch op een goede manier af?
Het ‘einde sessie’ signaal kent nadelen
Zelf werk ik met een ‘klaar’ of ‘einde sessie’ signaal, een specifieke handeling die het paard aangeeft dat er geen voerbeloningen meer te verdienen zijn. Maar het geven van een ‘klaar’ signaal kan ook negatieve gevolgen hebben.
Net zoals met andere signalen die we aan onze paarden geven om te laten zien dat we een bepaalde oefening willen uitvoeren, gaan ze ook het ‘klaar’ signaal herkennen. Zo kan een paard leren dat dit betekend dat er geen lekker voer meer komt en het afgelopen is met de gezelligheid. Dit zou frustratie kunnen opleveren.
Het is belangrijk dat je je hiervan bewust bent, zodat je op tijd kunt ingrijpen op het moment dat je merkt dat je paard het einde van de training niet zo leuk vind. Wat kun je daaraan doen?
Heeft je paard een vrije beweging, veel ruwvoer, sociaal contact en een verrijkte omgeving, dan maakt dit de overgang naar het einde van de training al minder groot. Paarden eten vrijwel de hele dag ruwvoer, waardoor er dus al een belangrijke andere bekrachtiger in de omgeving aanwezig is. Misschien niet zo lekker als jouw hooibrokjes of stukjes appel, maar wel iets wat voldoening geeft. Ook het terugkeren naar de andere paarden is iets positiefs. Deze dingen maken de kans op frustratie dus kleiner.
Starten is leuk, stoppen ook
Bij dierentuindieren wordt vaak in beschermd contact gewerkt, dus met een hek tussen de trainer en het dier. Met onze paarden staan we bijna altijd in dezelfde ruimte als zij, waardoor het duidelijker te zien is wanneer je paard gefrustreerde pogingen doet om de training toch door te laten gaan. Zie je zulke signalen, zorg er dan voor dat het leuk voor je paard is als je komt, maar ook als je weer weggaat. Dit kun je doen door de opties die genoemd worden in de vorige alinea aan te bieden (vrije beweging, ruwvoer, sociaal contact) maar ook door andere manieren van verrijking. Ik leg bijvoorbeeld vaak voer op de grond aan het einde van een trainingssessie (niet doen op zanderige grond) of strooi het tussen het hooi. Zo leert je paard om weg te gaan en iets voor zichzelf te gaan doen.
Een interessante optie is dat je ‘klaar’ signaal aangeeft aan je dier dat er nog wel interactie is met jou, alleen komen er geen voerbeloningen meer. Dit kun je doen door nog meer tijd met je paard door te brengen. Swa gaat na een trainingssessie vaak hooi eten en dan zit ik graag nog even bij hem om hem op zijn favoriete plekjes te kriebelen.
De inspiratie voor deze blog kwam van Zoospensefull.