Deze blog is ook verschenen op www.horsefitshop.nl.
“Good, better, best. Never let it rest. Until your good is better and your better best.” Misschien heb je deze quote van wel eens voorbij zien komen. Het is een van de gezegdes die mij inspireren om een steeds betere paardentrainer te worden. Want hoe beter ik wordt in het aanleren van oefeningen aan mijn paard, hoe beter mijn paard in staat is om te begrijpen wat ik van hem wil. In deze blog wil ik daarom een aantal principes van clickertraining met je delen die jou kunnen helpen om je paard beter te trainen.
Oefen je timing
Bij clickertraining is het erg belangrijk om een goede timing te hebben. Met het klikgeluid van de clicker geef ik het exacte moment aan waarop het paard de oefening vertoont die ik wil zien. Stel je voor dat ik mijn paard wil leren om zijn hoeven omhoog te houden tijdens het uitkrabben. Wanneer ik pas klik wanneer hij zijn voet alweer neerzet, leer ik hem niet om zijn voet omhoog te blijven houden, maar juist om te gaan schrapen. Let ik op mijn timing en klik ik precies wanneer zijn hoef op het hoogste punt is, zal ik wel vooruitgang boeken. Ook wanneer je je paard oefeningen aanleert met het principe van wijken voor druk is timing erg belangrijk. Door op het juiste moment los te laten, is het voor je paard duidelijk wat de bedoeling is en zo voorkom je frustratie.
Manage de omgeving van je paard
Wanneer een paard steeds schrikt van bakkabouters of op wedstrijd veel minder presteert dan thuis, is onze eerste neiging meestal om ons paard de schuld te geven. Maar door de jaren heen heb ik geleerd dat eerst naar mijzelf kijken mijn training uiteindelijk veel sterker maakt. Stel jezelf de vraag: ‘Wat kan ik op dit moment veranderen om mijn paard te helpen beter te presteren?’
Realiseer je ook dat een paard context gebonden leert. Dit houdt in dat wanneer je een oefening aanleert, het paard niet alleen bezig is met het onder de knie krijgen van de beweging, maar deze ook koppelt aan de omgeving waarin hij op dat moment is. Wanneer factoren veranderen, zoals de omgeving en de positie waar jij je bevind ten opzichte van je paard, snapt hij niet altijd dat je nog steeds om dezelfde oefening vraagt. Wanneer je bijvoorbeeld altijd in de longeercirkel longeert met een zweep in je hand, hoeft het je niet te verbazen wanneer je paard niet meer snapt wat hij moet doen als je een keer besluit te longeren in de rijbak zonder een zweep. Hij heeft in deze specifieke omgeving gewoon nog niet geleerd wat de bedoeling is. Je kunt hiermee omgaan door verandering in de training geleidelijk in te voeren: één verandering tegelijkertijd. Nieuwe stappen voer je pas in, wanneer je paard aan de voorgaande stap gewend is.
Stel een trainingsplan op
Bij het maken van een trainingsplan denken we meestal aan het een schema voor het fysiek opbouwen van longeren of lange afstand rijden. Met zo’n trainingsschema kun je voorkomen dat je te hard van stapel gaat en houd je rekening met de tijd die je paard nodig heeft om te herstellen van een zware inspanning. Maar ook voor het in begrijpelijke stappen opbouwen van een oefening is het erg behulpzaam om een trainingsplan te maken.
In zo’n ‘mentaal’ trainingsplan kun je beschrijven hoe de oefening eruit moet gaan zien wanneer het paard deze helemaal kan. Je bedenkt vervolgens welke stappen er nodig zijn om daar te gaan komen. Hoe meer stappen je kunt bedenken, hoe beter! We zijn namelijk geneigd om te snel te gaan bij het aanleren van een oefening. Maar juist wanneer je in kleine stappen werkt kun je het snelst vooruitgang maken. Je paard zal beter doorhebben wat je van hem vraagt en daardoor gemotiveerder zijn.