Een clickertraining oefening kan best snel gaan, vind je ook niet?
Jij wijst naar de pion, het paard target die en jij klikt en beloont. Je paard neemt een moment om zijn beloning op te eten en hoppa! weer verder. Voor je het weet, heeft je paard iets geleerd. Maar is de oefening wel geworden zoals jij wilt?
In dit artikel lees je meer over welke vragen je jezelf kunt stellen zodat je goed voorbereid de training in gaat!
Wat is een lus?
Wijssignaal, neustarget, klikken, beloning aanreiken. Signaal – target – klik – beloon. Signaal – target – klik – beloon. Deze opeenvolging noemen we binnen de clickertraining een lus.
Dit riedeltje kan zo wel tientallen keren plaatsvinden binnen een paar minuten! Zeker bij een korte oefening zoals het in stilstand aanraken van een pion. Heel handig, want door die snelle herhaling kan een paard bij het aanleren van de oefening vlot verbanden gaan leggen over wat de bedoeling is.
Waarom een oefening analyseren?
Dit aanleerproces kan iets zijn wat redelijk vanzelf plaatsvind. Dan zitten jij en je paard heerlijk in de clickerflow.
Maar soms kan het fijn zijn om wat meer na te denken over de verschillende stukjes waar een oefening uit bestaat. Wanneer je paard ineens niet gemotiveerd lijkt om verder te leren. Of wanneer hij standvastig eerst jouw hand aanraakt en dan pas de pion. Dus eigenlijk elke keer wanneer je merkt dat er ruis op de lijn zit.
Dit is waar het onder de loep nemen van je lus van pas komt! Door de oefening op te breken in de stukken signaal – oefening – beloning kun je vaak al een stuk beter zien wat je kunt veranderen. Zo kunnen jullie weer vooruitgang boeken!
In de rest van dit artikel zal ik de onderdelen van een oefening uitgebreider bespreken. Deze kun je kortweg onthouden als ABC. A is de aanleiding voor de oefening, jouw signaal aan je paard dat hij de oefening mag gaan uitvoeren. B staat voor de uitvoering van de oefening, het gedrag (behaviour in het Engels) van je paard. C staat tenslotte voor consequentie, het gevolg als je paard de oefening uitvoert, bijvoorbeeld een voerbeloning ontvangen.
Het begin van een oefening – de A van aanleiding
Antecedenten zijn alle informatie die maakt dat jouw paard besluit om de oefening uit te voeren. Dus bijvoorbeeld jouw signaal voor de oefening, maar ook de plaats van de pion die je vraagt om te targetten.
Checklist voor succesvolle aanwijzingen
✔ Je wijst naar de pion en je paard heeft geleerd dat dat bij de oefening ‘raak de pion aan met je neus hoort’. Je paard raakt de pion aan.
× Je wijst met je linkerarm naar de pion, maar vraagt dit normaal met je rechterarm. Je paard aarzelt om de pion aan te raken.
× De pion staat normaal in het midden van de bak, maar nu heb je deze in de hoek met de meeste bakkabouters gezet. Je paard ziet jou wel wijzen, maar besluit dat het veiliger is om de andere kant op naar grasjes te gaan zoeken.
Zie je hoeveel invloed jij hebt om je paard een vraag succesvol te laten beantwoorden? Als jij helder hebt:
1. Welke vraag (signaal) bij welke oefening hoort
2. Of een nieuwe context waarin je de vraag stelt duidelijk genoeg is voor je paard..
..kun je een vraag zo geleidelijk moeilijker maken, dat jullie oefening zich succesvol opbouwt!
De daadwerkelijke oefening – de B van behaviour
Heb jij precies helder wat je van je paard wil? We denken vaak van wel, maar als ons paard dan net iets afwijkends vertoont, wat doen we dan?
To click or not to click, that’s the question. Maar in een fractie is de oefening ook weer voorbij. En kom je er achter dat:
× Je toch liever niet had beloond voor het bijten in de pion. Maar je paard daar momenteel wel een stuk enthousiaster over begint te worden dan rustig aan raken met zijn neus.
× Je niet weet wat je volgende oefenstap moet worden. Terwijl je paard eigenlijk al een level op je voorloopt.
Bereid je voor op de training
Neem voor je de training start even een moment – zonder je paard – om te bedenken waar je heen wilt. Wat is het doel van de oefening? Wil je uiteindelijk dat je paard langer vastgekleefd blijft staan aan de pion, zodat je die als mobiele poetsplaats kunt gebruiken? Of moet hij na het aanraken zijn weg weer kunnen vervolgen naar de volgende pion?
Ik heb dit zelf door schade en schande moeten leren. Toen ik net begon met clickertrainen, vond ik het een leuk idee om Swa te leren een oranje pion te targetten. Pas veel later bedacht ik dat hij niet zomaar naar de pion moest lopen wanneer hij die in het vizier kreeg, maar dat de oefening was om bij mij te blijven wachten, tot ik hem toestemming gaf richting de pion te gaan. Nog steeds loopt hij wel eens zomaar door als hij zijn pionnetje in het zicht krijgt!
Wat doe ik op dat moment? Ik lach er om, ik heb dit in het verleden zelf beloond. Maar als ik klaar ben met mijn training, probeer ik te bedenken hoe ik dit de volgende keer handiger aan kan pakken.
De afsluiting van de oefening – de C van consequentie
Voer, het is belangrijk voor ons paard en daarom hebben we het graag op zak tijdens onze training! Zelf focussen we het liefst op de oefening die we vragen. Maar zonder (aangenaam) gevolg van een oefening, is er helemaal geen oefening!
Ik bekijk het graag wat plat wat dit betreft. Voor mij geen dominantie theorieën of ‘hij heeft er even geen zin in’ als verklaring. Nee, een paard herhaalt een oefening, als hij weet dat dit hem iets oplevert.
✔ Gaat je paard de pion steeds vaker aanraken? Dan is jouw voerbeloning fijn genoeg voor hem om deze oefening vaker te willen!
× Haakt je paard af? Helaas pindakaas, er is iets dat de kracht van jouw beloning heeft overpowered! Dit kan bijvoorbeeld de bladblazer van de buurman zijn waar hij uit angst naar staat te snurken. Maar ook het lekkere gras langs de bakrand of de instinctieve neiging van je paard om contact te willen houden met zijn achtergebleven maatjes kunnen een rol spelen.
Gaat er een nieuwe wereld open voor je als je paardentraining op deze manier bekijkt?
Wil je graag werken met voerbeloning, maar wel direct goed starten? Boek dan eens een kennismakingsles! Hierin help ik je de eerste basis te leggen en denk ik met je mee wat voor jullie fijne vervolgoefeningen zijn.